kreta - Reisverslag uit Kreta, Griekenland van Miskel schaelderweijde - WaarBenJij.nu kreta - Reisverslag uit Kreta, Griekenland van Miskel schaelderweijde - WaarBenJij.nu

kreta

Door: Max Baas en Mick Bergman

Blijf op de hoogte en volg Miskel

13 Februari 2014 | Griekenland, Kreta

3) 15 juli de kust van Athene kan ik niet meer zien, er is maar een ding wat ik kan zien en dat is zee, zee en nog eens zee en niet eens een dolfijn, ik had me er zo erg op verheugd die dolfijnen te ontmoeten. Ik had verhalen erover gehoord dat ze met hun grote vinnen om de boten van vissers heen sprongen, die zagen er dan een goed teken van Poseidon in. Waarom hielp hij wel die miezerige vissers, en niet hem, de grote Theseus held van Athene ,hij die alle gevaren had getrotseerd om bij zijn vader te komen, hij verdiende het en hij kreeg geen voorspoed. Hij was boos hij voelde zich verlaten door de goden, maar hij zou doorzetten, hij zal bewijzen dat de goden ongelijk hebben. In de verte zie ik al een streep land. Ik denk nog een dag varen van hier, ik moet slapen er staat een belangrijke klus voor mij klaar, ik ga de minotaurus doden. Maar slapen kan ik niet. Het schip schommelt een en weer, ik wordt er misselijk van. Ik denk aan de kinderen die mee zijn op het schip. Mattheus mijn enige vriend op het schip slaapt al. Ik kijk om me heen, de andere slapen ook al. Uiteindelijk val ik in slaap.
ik ben aangekomen op Kreta het is een mooie stad , Knossos jammer dat ik hem niet langdurig kan bezichtigen. Met al zijn kleine zijstraten en fruitkraampjes die de heerlijke geuren van druiven en olijven verspreiden , en boven alle geuren uit de geur van specerijen, de zoete kaneelgeur ,de pittige geur van chili ik moest er bij watertanden. We kwamen op een soort plein met in het midden een standbeeld van een man. Dat moest Minos zijn het was een klein gezet kereltje, ik vermoede dat het eerder een klein dik mannetje was. Beelden liegen namelijk noch al vaak, en zeker beelden van een koning, die als iets verkeerd is je laat onthoofden of erger in het labyrint dumpt. We kwamen bij een paleis , ho sorry zei ik nou een paleis? Want het was niet een paleis van jan en alleman , maar het was HET paleis, het deed zijn titel ook eer aan. Het was immens en met allemaal koepels en torens en op de muren marcheerden troepen in gouden harnassen, waarschijnlijk de elite van Minos. We liepen door de poort naar de troonzaal waar (wat ik ook verwacht had) een dik klein mannetje zat, ik en de andere kinderen werden op onze knieën gedwongen. Minos zei : ‘jullie zullen morgen worden gedumpt bij mijn vriendje, wiens lievelingsmaaltijd ,echt heel toevallig , Athener is’. Hij stootte een lach uit die meer leek op een kotsende sprinkhaan (ook al weet ik niet hoe dat klinkt). De wachters namen ons mee naar een donkere kerker ergens diep onder het paleis, maar tijdens die tocht zag ik daar een meisje van ongeveer mijn leeftijd, die aan al mijn wensen voldeed. We keken elkaar aan en wisten gelijk dat we elkaar gevonden hadden. Ik besefte pas dat ik stil moest hebben gestaan toen ik een klap op mijn rug voelde, en de ruwe stem van een wachter hoorde: ‘opschieten varken!’ ik liep snel door en waagde nog een blik achterom het meisje was weg. Wie was dat meisje vroeg ik aan de wachter. Dat is Ariadne knul dochter van Minos (nou in elk geval wel mooier dan Minos dacht ik.) in de kerker was het benauwd en de vloer was vol met botten, in een hoekje lag wat beschimmeld stro waar achter vandaan een rat snel weg schoot toen ik er ging zitten, opeens leek mijn plan erg roekeloos hoe kon ik ooit die minotaurus verslaan? Ik ging liggen en probeerde te slapen maar ik woelde, en ik woelde maar ik kon de slaap gewoon niet vatten tot ik een klop op de deur hoorde. Niet zo’n harde BOENK zoals de wachters altijd deden , maar een zacht volmaakt klopje . de deur ging open en daar stond Ariadne, volmaakt als altijd en ze zei : ‘Theseus held van Athene, prins van Athene. Ik ben hier om jou te redden maar op een voorwaarde je moet me mee naar Athene nemen en met me trouwen’. Deze keuze was voor mij niet moeilijk ik zei ja maar ik ren niet weg als een lafaard. Ariadne keek me wazig aan en zei: ‘maar dat hoeft ook niet, je kan ook strijden.’ Mijn mond viel open van verbazing. Ik moest maar even de Minotaurus vermoorden. Ik wilde niet hard over komen dus zei ik op een licht geïrriteerde toon: ‘Maar hoe? Ik heb geen wapens’. Ariadne lachte nu vriendelijk naar me en zei: ‘Jij niet maar ik wel hier neem deze bol wol en dit zwaard daarmee kan je winnen van de minotaurus. ’dankje’ stamelde ik, ik nam de spullen aan. Ik wilde niet onbeleefd zijn maar wat moest ik nou met een bol wol? Ik wilde niet overkomen als een ondankbare jongen. Maar voor dat ik iets kon vragen zei Ariadne: ‘de bol wol is voor om aan de deur vast te maken, dan kan je, als je de Minotaurus hebt verslagen, de weg weer terug vinden. ‘dankje’ was het enige woord dat uit mijn strot kwam. Ik wilde nog meer zeggen maar voor ik het wis gaf ze me een zoen, het leek alsof de wereld verdween en alleen wij daar stonden, ik wist nooit dat iemand zo gelukkig kon zijn. Opeens liet zij mij los en ze zei iets van : ‘had niet mogen gebeuren onverantwoordelijk niet meer doen’ ( meisjes zijn ook zo random) ik stond daar verstomd. Ik dacht aan Ariadne. Ik wilde haar nog achtervolgen, maar als bleek dat Ariadne met mij contact had opgenomen, kon ik het wel schudden om weer naar Athene terug te keren. Ik ging weer terug naar de kerker en zag tot mijn verbazing dat Mattheus nog op was. We kletsten tot laat in de avond. Pas toen het weerlicht begon te worden gingen we slapen. Een paar uur later werd ik gewekt door Mattheus ‘wakker worden Theseus !’ ‘De grote dag is gekomen je gaat de Minotaurus doden!’ Jaja zei ik maar in gedachte was ik bij de zoen van de vorige avond de zoen, die nooit had mogen gebeuren. Ook was ik boos omdat iedereen van mij verwachtte dat ik de Minotaurus ging vermoorden. Maar ik het geen tijd om boos te worden, want voor dat ik het wist werden we al naar het labyrint gebracht. Ik probeerde nog een glimp van Ariadne op te vangen, maar ik zag haar nergens. Dan niet dacht ik. Dan ga ik wel gewoon zonder Ariadne nog een keer te zien het labyrint in. Ik slikt mijn angst weg en stapte het labyrint in. Ik was de enige die in het labyrint ging. Minos was zo te zien daar niet tevreden mee, want hij zei: ‘stelletje lafaards, ga NU het labyrint in. Ik werd behoorlijk boos en zei: ‘ik ga het labyrint in en vermoord de Minotaurus. Niemand anders gaat het labyrint in!’ Minos die verbouwereerd stond te kijken, vond het oké. Ik ging weer verder het labyrint in. Ik moet zeggen dat de maker van het labyrint geniaal was, met al zijn bochten en kronkels. Ik begon met het uitrollen van de bol wol ik rende langs muren met plaatjes erop van de Minotaurus: half mens, half stier. Ik rende en ik rende ,er leek geen eind aan te komen. En wat was dat? De wol was bijna op! Maar ik moest de Minotaurus vinden , dat moest. Uiteindelijk was de wol op maar aan het eind van de gang zag ik een tempel, De verblijfplaats van de minotaurus!!! Ik rende naar de tempel. Ik bleef stil staan omdat ik van achter gesnuif hoorde, instinctief bukte ik (wat mijn leven waarschijnlijk heeft gered) ik draaide me om en stak meerdere malen toe met mijn zwaard : hart buik, hart buik . In het begin sijpelde het bloed uit de wonden maar al snel spoot het eruit over mijn gezicht en op de muren, de ijzeren smaak van het bloed was in mijn mond. Het beest schreeuwde het uit AAAAARGGHHHH, ik besloot een eind aan zijn leiden te maken en sloeg nog een keer toe met mijn: zwaard één uithaal, één schreeuw ,één kop die viel. Het bloed spetterde nu over mijn hele lichaam, daar lag de kop van het beest , bloed sijpelde er vanaf. Zijn lichaam viel op de grond schokkend en bevend, al het bloed dat er nog inzat was over de vloer aan het spuiten. En het bleef niet bij bloed ook de ingewanden begonnen uit de wonden te hangen en de eerste vliegen vlogen er al op af. Ik pakte de kop af en volgde de draad naar de deur. Daar stonden de kinderen en Ariadne me op te wachten. Ariadne zei opgelucht :‘dat duurde wel erg lang voor een held, Theseus.’ Ja ik hield nog even een picknick met de minotaurus. We waren al bijna in de haven toen een wachter ons zag en ‘hé!’ riep. We renden zo hard als we konden verder, naar het schip maar in de haven was het een ravage, onze boot stond in lichte laaien, wachters hadden alles afgesloten en daar voor de wachters zat Minos op een draagstoel en hij leek alles heel amusant scheen te vinden. Toen hij ons zag zei hij : ‘wel ,wel Theseus, ga je al zo snel weg? Ik heb nog een leuke slaapplek voor je. In de gevangenis.’ Hij stootte weer een lach uit ( tenminste als je het een lach kan noemen.) Twee wachters stapten naar voren, maar Ariadne was hen voor zij liep naar Minos keek hem aan en gaf hem een klap in zijn gezicht. Hierdoor ontstond een tijdelijke verwarring waarin ik met de kinderen naar een vissers bootje renden , erin sprongen en hem klaar maakte voor vertrek ik keek wild om me heen maar ik zag Ariadne nergens. we voeren weg van de kade, en nog steeds zag ik Ariadne niet. Tot opeens ze met een gil onze boot in sprong. ‘bijna zonder mij vertrekken Theseus’? eeh nee stamelde ik. ‘gelukkig’ we voren de haven uit op de kade maakte de wachters hun eigen schepen klaar om te vertrekken. We moeten op Naxos overnachten zei Ariadne tegen mij. Ik knikte dat zullen we doen zei ik.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Miskel

ich bin ´weird´

Actief sinds 09 Feb. 2014
Verslag gelezen: 151
Totaal aantal bezoekers 3482

Voorgaande reizen:

09 Februari 2014 - 31 December 2014

Mijn eerste reis

Landen bezocht: